De VNG verzamelde twaalf mooie bestuurlijke verhalen over kansengelijkheid. Die verhalen gaan ook over de plek waar kinderen onderwijs krijgen en over het breder gebruik van het schoolgebouw. De publieke plekken in dorpen, buurten en wijken doen ertoe.
Gemengde wijken en nabijheid zijn belangrijk
Allereerst de locatie. Leon Meijer, voormalig wethouder in Ede: “Kansenongelijkheid is meer dan te weinig geld. Het is vooral een kwestie van geografische concentratie en stapeling van kwetsbaarheid.” Gemengde wijken en de nabijheid van voorzieningen rond onderwijs en zorg zijn volgens hem cruciaal voor het creëren van kansengelijkheid.
Investeren in kwetsbare wijken
Kansenongelijkheid gedijt bij verkeerd beleid, is ook de overtuiging van Peter Heijkoop, voormalig wethouder Dordrecht. “Als gemeenten investeren we nog steeds het meeste geld in de binnenstad en in villawijken. Dat is, hoewel verklaarbaar, wrang en zou anders moeten. De uitdaging is om juist in kwetsbare wijken te investeren. Dat tilt zo’n wijk omhoog.”
Eelco Eerenberg, wethouder Utrecht, plaatst daar een aantekening bij. Kansenongelijkheid kan overal voorkomen. Leidsche Rijn in Utrecht bijvoorbeeld is een wijk waar gespikkelde problematiek zit, vertelt hij. “Dit doet schoolbestuurders soms weleens verzuchten van ‘was ik maar een school met meer achterstanden, dan zou ik ook in aanmerking komen voor extra geld’.” Hij waarschuwt ervoor de problematiek in wijken die het ogenschijnlijk goed doen, niet uit het oog te verliezen.
Kennis, kunde en gebouwen delen
Gert-Jan Schotanus, wethouder Alphen aan den Rijn, wijst op de rolverdeling tussen gemeenten en onderwijs bij het realiseren van kansengelijkheid. “Wanneer er bijvoorbeeld geld beschikbaar komt voor een verlengde schooldag, richten scholen zich vaak alleen op interne zaken, zonder rekening te houden met het bredere opgroeiklimaat. Als ik hierover in gesprek ga met scholen, krijg ik vaak de reactie: 'Zorg jij maar voor goede schoolgebouwen en voldoende woningen voor docenten.” Om meer kansengelijkheid te realiseren is het volgens hem nodig dat gemeenten en scholen meer delen, niet alleen kennis en kunde, maar ook letterlijk de beschikbare gebouwen. “Scholen hebben goud in handen, maar daar wordt na 15.00 uur niets meer mee gedaan.”
Meer vanuit de gemeenschapsaanpak
Bij het oplossen van problemen zijn vaak meerdere organisaties en professionals betrokken. “It takes a village to raise a child”, maar hoe die “village” bij het geheel te betrekken is nog zoeken. Bestuurders willen dit wel. Jouke Douwe de Vries, voormalig wethouder Noardeast-Fryslân, “We moeten er in Nederland naar toe dat de gemeenschapsaanpak als vanzelfsprekend wordt ervaren.”
Verlengde schooldag niet adequaat
Dat is ook de wens van Willemien Treurniet, wethouder in Middelburg, “Een van mijn idealen is dat we toewerken naar ‘open gebouwen’. Een meisje uit groep 7 wist dat goed te verwoorden. ‘Wat ik fijn zou vinden is dat ik, als het thuis niet lekker loopt, na schooltijd toch op school kan zijn’. Maar die opgave wil ik niet, of in elk geval niet hoofdzakelijk, bij scholen leggen. De term verlengde schooldag is dan ook niet adequaat, dan moet het weer van de scholen komen.
Een juridisch verkokerde plek
Een gemeenschapshuis is dan wellicht een betere naam. Maar tussen droom en daad staan wetten en praktische bezwaren. Peter Hennevanger, wethouder Pijnacker-Nootdorp: “Het probleem bij het voorkomen van segregatie en het realiseren van een goede start voor kinderen is dat elk domein verschilt in wet- en regelgeving, variërend van cao en toezicht tot aan kwaliteitskaders en huisvestingseisen. Dat frustreert de samenwerking enorm.” Hij ziet liever één wet voor kinderen van 0 tot 12 jaar die de regels met betrekking tot voorschoolse educatie, onderwijs en opvang vervangt.”
Verbouwing anders aanvliegen
Hoe dan ook maken de interviews duidelijk dat gemeentebestuurders meer ambities hebben en meer maatschappelijk rendement willen realiseren in de gebouwen die nu als school worden bestempeld. Deze tijd vraagt andere oplossingen voor onderwijs, opvang en kansengelijkheid en daarmee ook om andere plekken.
Meedoen? Dat kanIn het kader van de Agenda Maatschappelijk Vastgoed 2025 zijn we op zoek naar goede, eigentijdse en aantrekkelijke plekken voor dorpen, buurten en wijken waar anderen een voorbeeld aan kunnen nemen. Kom maar op met die voorbeelden en fijn als je daarbij aangeeft wat we daar van kunnen leren. Dat kan via onderstaande reactieknop op naar nieuws@bouwstenen.nl
De resultaten van het Bouwstenen-ontwikkelwerk presenteren en bespreken we tijdens de Maatschappelijk Vastgoeddag op 13 november 2025. Heb jij je al aangemeld? |
![]() |
Meer informatie
- Interviews: het bestuurlijke gezicht van kansengelijkheid (VNG, 2023)
- Ontwikkelwerk: Deltaplan scholen